Informatiebrief voor rasverenigingen, fokkers en hondeneigenaren.
Het oogonderzoek op erfelijke afwijkingen en de notering van de resultaten ervan is geen statisch gebeuren. Voor alle betrokkenen (eigenaars/fokkers, rasverenigingen én de Raad van Beheer) is het goed te beseffen dat met het voortschrijden van de inzichten en kennis wijzigingen zullen optreden.
Voortschrijdend inzicht heeft de Hereditary Eye Disease Committee (HED) van de ECVO in 2021 doen besluiten tot het doorvoeren van enkele wijzigingen in het ECVO-onderzoek op erfelijke of als erfelijk beschouwde oogziekten (afgekort E-EBOZ), de wijze van noteren van de resultaten en de adviezen voor het inzetten van de honden in de fokkerij. In verband met de verwerking in datasystemen wordt wel steeds getracht het aantal wijzigingen in het noteringssysteem zo beperkt mogelijk te houden.
In deze brief vindt U de belangrijkste wijzigingen (met een beknopte uitleg) die dit jaar worden doorgevoerd. Meer informatie kunt u vinden op de ECVO website: www.ECVO.org onder ‘Hereditary Eye Diseases’, vervolgens ‘ECVO Manual’ (handleiding). Directe link: https://www.ecvo.org/hereditary-eye-diseases/ecvo-manual.html
In deze handleiding van de ECVO worden in hoofdstuk 8 adviezen t.a.v. bestrijden van “erfelijke” of “als erfelijk beschouwde oogziekten” bij hond en kat, gegeven. Het gaat hierbij om oogziekten die het gezichtsvermogen bedreigen, de oogfunctie verminderen, pijn of ongemak veroorzaken, het welbevinden van het dier bedreigen, chirurgische of andere correcties, of levenslange medicatie noodzakelijk maken.
In de diverse hoofstukken wordt aangegeven bij welke rassen bepaalde E-EBOZ een rol spelen, wat de betekenis is voor het betroffen dier en welke de eventuele adviezen voor het gebruik van het dier in de fokkerij zijn. Daarnaast wordt aanvullende informatie over het specifieke ras gegeven, of het daarbij vaak voorkomt en wat er verder bekend is over de afwijking (literatuur).
Rasverenigingen en fokkers kunnen deze informatie gebruiken bij de vaststelling van bij een ras voorkomende E-EBOZ. Zij zullen daarbij de afweging moeten maken hoeveel fokdieren (ofwel de grootte van de genenpool) aanwezig zijn, welke prioriteiten er moeten worden gesteld en of en hoe streng fokregels moeten worden opgesteld.
Hierbij worden in hoofdstuk 8 van de ECVO-HED- Manual 3 categorieën onderscheiden:
1- “OPTIONAL” (lage prioriteit): Erfelijk beschouwd, maar er is nog geen degelijk wetenschappelijk bewijs voor de wijze van overerven, geen directe bedreiging voor het gezichtsvermogen, geen significante vermindering van de oogfunctie, geen significante pijn of ongemak voor het dier.
De fokker moet zelf besluiten of het dier kan worden ingezet voor de fokkerij, maar bij voorkeur na overleg met de rasvereniging en/of de Raad van Beheer.
NB. Hierbij is wel de algemene leidraad bij het advies “OPTIONAL”: Komt een dergelijke afwijking sporadisch voor in het ras, zijn er dus weinig dragers te verwachten en is er een voldoende brede fokbasis, dan is de aanbeveling wel streng te zijn.
2- “Niet gebruiken (No Breeding)” = lijder uitsluiten: Duidelijk bewijs: afwijking erfelijk is, de wijze van overerven is min of meer bekend, directe bedreiging voor het gezichtsvermogen, significante vermindering van de oogfunctie en/of significante pijn of ongemak voor het dier
3- “Niet gebruiken +” = Lijder + ouders/nakomelingen uitsluiten: Duidelijk bewijs: afwijking is erfelijk, de wijze van overerven is goed bekend. De afwijking vormt een directe bedreiging voor het gezichtsvermogen, veroorzaakt significante vermindering van de oogfunctie en/of significante pijn of ongemak voor het dier. Hierbij gaat het vaak om recessieve of soms incompleet dominante of incompleet penetrante oogafwijkingen. Hierbij kunnen zowel de ouderdieren als nakomelingen zelf geen oogziekte tonen terwijl ze of vrij, of lijder of drager van de mutatie kunnen zijn.
De belangrijkste wijzigingen die nu worden ingevoerd betreffen de erfelijke, niet congenitale grauwe staar of cataract
Tot nu was het advies voor erfelijk cataract steeds: “Niet gebruiken” of voor aan aantal specifieke vormen “Niet gebruiken en ook ouders en nakomelingen uitsluiten”.
Uit nu beschikbare gegevens is gebleken dat dit advies voor bepaalde vormen van cataract te zwaar is. Het gaat hierbij om de volgende cataract vormen: punctata, sutureline (sluitingsnaden), sutureline tip (eindjes), nuclear (kern) ring, fiber glass (glasvezel) en pulverulent (poedervorm) cataract.
Deze vormen worden op het nieuwe 2021 ECVO Oog-Onderzoek formulier nu apart aangegeven in het “commentaar” veld. Een hond krijgt dan de uitslag 15. Cataract, “NIET VRIJ” en “anders”, en in het commentaarveld wordt dan de subvorm aangevinkt.
Voor deze vormen van cataract is het advies “Optional, lage prioriteit”, maar nog steeds met de aantekening, dat als de afwijking sporadisch voorkomt men beter streng kan zijn.
Wij hopen u met deze brief duidelijkheid te hebben kunnen verschaffen t.a.v. de veranderingen die plaatsvinden, maar beseffen dat het een lastige materie is. Bij vragen kunnen rasverenigingen of fokadviescommissies natuurlijk contact met ons opnemen.
Met vriendelijke groet,
Namens het NL-ECVO oogpanel,
Dr. F.C. Stades (voorzitter) en drs. R.R.O.M. van de Sandt (secretaris)